In het rood staan: geen geld hebben, negatief saldo hebben

Rood met groen is boerenfatsoen: slechte smaak op gebied van kledij

Geel van nijd worden: zeer kwaad en afgunstig worden

Een blauwtje lopen: een date die niet komt opdagen

Een blauwe maandag: ooit eens een keer

Groen achter de oren hebben: nog erg jong en onervaren zijn
Zijn koren groen eten: geld uitgeven voor je het verdiend hebt
Het gras aan de overkant is altijd groener: bij een ander ziet het er altijd beter uit
Groene vingers hebben: erg veel van tuinieren houden
